[69] [68] [67] [66] [65] [64] [63] [62] [61] [60] [59] [58] [57] [56] [55] [54] [53] [52] [51] [50] [49] [48] [47] [46] [45] [44] [43] [42] [41] [40] [39] [38] [37] [36] [35] [34] [33] [32] [31] [30] [29] [28] [27] [26] [25] [24] [23] [22] [21] [20] [19] [18] [17] [16] [15] [14] [13] [12] [11] [10] [9] [8] [7] [6] [5] [4] [3] [2] [1]

HENK HOEKS e.a.

Leo de Bruin, typograaf


nummer 36 | 2010

750 exemplaren | 128 p | 17 x 22 cm | offset

letter Bembo | papier Arctic Volume

ISBN 978 90 79020 09 6

€ 19,50

lijn

De letterontwerper en typograaf Leo de Bruin overleed volkomen onverwacht in 2008. Daarmee eindigde een leven dat was gewijd aan boektypografie en boekverzorging.

De Bruin (Middelburg 1949) leerde het vak van typograaf aan de kunstacademie van Arnhem, waar hij les kreeg van Jan Vermeulen. Begin jaren tachtig trad hij in dienst van de Nijmeegse uitgeverij SUN, die zich in die jaren profileerde middels een cultuurkritisch en cultuurhistorisch programma. De Bruin zou de SUN in deze fase een typografisch gezicht bezorgen. Zijn werk trok en trekt de aandacht van vakgenoten/typografen, maar niet alleen van hen, ook liefhebbers van het goed verzorgde boek en lezers bleken zijn werk te waarderen.

In Leo de Bruin, typograaf, dat mede uit een initiatief van intimi is voortgekomen, wordt het werk van De Bruin gedocumenteerd en belicht.
Eric de Kuyper en Ad de Visser, auteurs wier werk hij vorm heeft gegeven, doen verslag van hun samenwerking. Henk Hoeks, redacteur van uitgeverij SUN, schetst een beeld van de ontwikkeling van De Bruins typografie voor de SUN en karakteriseert zijn werk.
Karel Martens, die De Bruin voorging als vormgever bij de SUN, bespreekt het werk invoelend en waarderend. En de ontwerp-criticus Ewan Lentjes plaatst het werk van De Bruin in het bredere kader van de veranderende taakopvatting van de typografie.
Een oeuvrelijst besluit de uitgave.

In Leo de Bruin, typograaf werd in december 2010 gepresenteerd bij de opening van een expositie van zijn werk in Museum Het Valkhof in Nijmegen.

Stichting Sanssouci, Stichting Fonds SSN, Stichting Kattendijke/Drucker en Uitgeverij Boom/SUN ondersteunden de publicatie financieel.

lijn

Ewan Lentjes, designcriticus en onderzoeker bij ARCCI, schreef de inleiding voor dit boek. Deze inleiding vindt u ook op de site van Designgeschiedenis Nederland.

lijn

REACTIES

'Nice jackets, Sir! Very nice. Wilt u mijn complimenten overbrengen aan uw book designer.' Henk Hoeks, medeoprichter van de Nijmeegse uitgeverij SUN, herinnert zich hoe een vertegenwoordiger van een gerenommeerd Engels uitgevershuis probeert hem af te wimpelen op de Frankfurter Buchmesse. Hij vertelde deze anekdote op de uitvaart van de book designer in kwestie, Leo de Bruin, die op 6 februari 2008 plotseling overleed. De tekst van de uitvaartrede is opgenomen in de prachtig vormgegeven bundel Leo de Bruin, typograaf.
De Bruin was sinds het begin van de jaren tachtig de vaste typograaf van SUN, voorheen de Socialistiese Uitgeverij Nijmegen en thans onderdeel van het uitgeversconcern Boom. De boeken die door hem werden vormgegeven, omvatten vrijwel het gehele fonds van de uitgeverij: architectuur, filosofie, geschiedenis en kunst. Daarmee sloeg de uitgeverij, die van oudsher voornamelijk linksgeoriënteerde, maatschappijkritische uitgaven verzorgde, een nieuwe weg in. Door De Bruins keuze voor heldere typografie, met strakke lijnen en een duidelijk onderscheid tussen tekst en beeld, kreeg het nieuwe fonds een eigen, herkenbaar gezicht.
Naast een zestal beschouwingen en herinneringen bevat de bundel een bibliografie van het door De Bruin verzorgde werk dat tussen 1970 en 2008 verscheen. Ook is een ruime keuze aan afbeeldingsmateriaal van dit werk opgenomen. Dat maakt het tegen boek niet alleen interessant voor liefhebbers van typografie en boekverzorging, maar ook voor bibliografen en boekhistorici.
In het eerste, breed opgezette artikel gaat ontwerpcriticus Ewan Lentjes onder meer in op de veranderende manier waarop sinds de jaren tachtig tegen typografie werd aangekeken. Vanaf die tijd namen de mogelijkheden toe om meer beeld toe te laten in de boekverzorging. Daardoor zagen typografen als De Bruin zich genoodzaakt om een nieuwe houding te vinden ten aanzien van tekst en inhoud. Lentjes noemt De Bruin in dat op zicht een moderne traditionalist: hij bleef zich richten op de tekstuele kwaliteit, maar gaf die met nieuwe middelen vorm.
Vervolgens bekijkt Henk Hoeks het werk van De Bruin in de context van de geschiedenis van het bedrijf waarvoor hij jarenlang werkzaam was. Nadat SUN de radicaallinkse oriëntatie van de jaren zeventig had afgezworen, ging ze zich voortaan bezighouden met een cultuurkritisch en -filosofisch programma. De Bruin kon deze transformatie vertalen naar een nieuwe huisstijl, zonder daarbij rekening te hoeven houden met bestaande formats.
Een kritisch geluid komt van de Vlaamse auteur Eric De Kuyper, die De Bruins ontwerp voor zijn bundel Te vroeg...te laat... zelfs 'totaal mislukt' noemt. Hij stelt dat een wat speelsere stijl De Bruin niet lag, terwijl sommige boeken (vooral romans) daar wel om vroegen. Toch meent De Kuyper dat het kleine, handzame formaat heeft bijgedragen aan het succes van zijn boeken.
Zowel Lentjes als Hoeks plaatst de experimentele keuzes die De Bruin maakte in een historische context en beiden wijzen de typografie van grote voorgangers als Eric Gill en Jan van Krimpen aan als belangrijkste referentiekader. Inhoudelijk bestaat er daardoor op meerdere punten overlap tussen beide artikelen. Toch zijn de auteurs erin geslaagd om de persoonlijkheid en het werk van De Bruin met veel enthousiasme en kennis van zaken te beschrijven. Of ook Eric De Kuyper, de schrijver wiens boeken in de nice jackets van Leo de Bruin gestoken waren, tevreden terugkijkt op zijn samenwerking met de ontwerper, blijft de vraag.

David Veltman in De Boekenwereld, 28 april 2004

lijn